
Keuze uit ingezonden werk
Blind beoordeeld door een steeds wisselende commissie
Jolanda Touw
de grote stilte
daags na de koffietafel
alleen jouw foto
Willy Callens
de hond in de kooi
blaft naar de hond
aan de leiband
de wegwijzer
in het natuurgebied
almaar groener
Adri Geurts
het regent –
de zon op haar tekening
gomt ze weg
Veronica Stutvoet
twee handen
tegen het raam van de bus
aan elke kant één
Kees Lautenschütz
de korte knieknik
voor het altaar eer ze
er stofzuigt
86
na de storm
bij het vergeten graf
een rouwboeket
tweedehands boek –
de kritiek in de kantlijn
vol spelfouten
Luc Barbé
winters ontwaken
twee daklozen bekijken
elkaars bevroren baard
Leon Scevenels
in het gemaaide veld
ligt een dode soldaat,
de zon op het gelaat
Annette Akkerman
trillende handen
de tik op de triangel
precies op tijd
Antoinette Bloemen
verlaten dorp
alleen de schaduw
verschuift
Moederdag
bloesemblaadjes zweven
langs mijn raam
Tegen het licht gehouden
Bloesemblaadjes
Arnold Vermeeren
Moederdag
bloesemblaadjes zweven
langs mijn raam
In 2006 deed Max Verhart in een reeks artikelen in Vuursteen verslag van zijn zoektocht naar het wezen van haiku. Voor die zoektocht vroeg hij een groot aantal haiku-dichters naar hun persoonlijke definities. Op basis daarvan concludeerde hij in deel 2 van de reeks dat één van de hoofdkenmerken van haiku het suggestieve taalgebruik is. Volgens de samenvattende definitie die hij op basis van zijn onderzoek opstelde, dient suggestief taalgebruik in haiku vooral om een gevoel van verwantschap op te roepen tussen de mens en de werkelijkheid die hem omringt.
In haar persoonlijke visie op het wezen van haiku schreef Ria Giskes in het winternummer 2017 van Vuursteen dat de voor haiku zo kenmerkende beeldende, suggestieve kracht, vanwege het kleine aantal woorden dat de dichter ter beschikking staat, zelfs vaak groter is dan in langere gedichten.
Suggestief taalgebruik is een wezenskenmerk van haiku. Al in 1958 schreef Harold Henderson daarover in zijn klassieke boek An introduction to haiku (hoofdstuk 1, Characteristics of haiku). Ook hij constateert dat, omdat haiku korter is dan andere poëzie, het effect ervan sterk, ja zelfs sterker afhankelijk is van de kracht van suggestie, dan bij andere poëzie. Hij benadrukt dat dat effect niet alleen afhankelijk is van het suggereren van een stemming of gevoel, maar ook van het tonen van een helder beeld dat kan dienen als startpunt voor gedachtetreintjes en het oproepen van emoties. Maar, vervolgt hij dan, vanwege haar kortheid kan een haiku zelden een beeld in detail beschrijven. Het geeft slechts de contouren of enkele belangrijke elementen weer en het is aan de lezer er verdere invulling aan te geven. Daarom is volgens Henderson het lezen van haiku een kunst op zich. Om een goede haiku te begrijpen moet je hem meerdere keren lezen. Niet omdat het beeld zo vaag is, want als de schrijver zijn werk goed gedaan heeft is het beeld helder. Het punt is dat een goede haiku vol zit met ondertonen. Haar ongrijpbaarheid is haar charme, maar die komt niet voort uit de vaagheid van het beschreven beeld, maar uit het feit dat er met zo weinig woorden zoveel gesuggereerd wordt.
De haiku van Antoinette Bloemen, hierboven, raakte me al bij eerste lezing. Het is een prachtig voorbeeld van wat Henderson bedoelt. De lezer krijgt een helder beeld voorgeschoteld: het is Moederdag, iemand kijkt uit het raam en ziet bloesemblaadjes langs zweven. Meer hoeft er niet verteld te worden. Als lezer ga je er vanzelf vanuit dat het een moeder is die uit het raam kijkt. Maar dat staat er niet, het wordt gesuggereerd. Omdat er alleen over Moederdag en de bloesemblaadjes wordt gesproken (‘de belangrijke elementen’ waarover Henderson het heeft) zoeken we naar een verband tussen de twee en concluderen we dat de moeder de prachtige bloesemblaadjes misschien als een Moederdagcadeautje ziet. Maar daarmee wordt tevens een gevoel van eenzaamheid gesuggereerd. Niet alleen omdat traditioneel vallende bloesemblaadjes worden geassocieerd met de vergankelijkheid van het leven, maar ook omdat je als moeder op Moederdag verwacht cadeautjes te krijgen van je kind of kinderen. Of in ieder geval dat ze bij je langs komen. Maar kennelijk zijn ze er niet. En alweer: dit wordt niet verteld, het wordt gesuggereerd. In plaats van kinderen met bloemen komen er bloesemblaadjes langs. Een beetje troost in de eenzaamheid? Het gemis zal er niet minder om zijn. Diegene van wie je zou willen dat die langs komt, is er niet. Of misschien is diegene al overleden. Of wellicht gaat het hier om een vrouw die graag kinderen had gewild, maar nooit heeft gekregen? Het wordt allemaal open gelaten. Voor het effect van de haiku doet het er minder toe, de lezer mag het zelf invullen. De eenzaamheid wordt gevoeld.
Meesterlijk hoe met zo weinig woorden zoveel gesuggereerd en zo’n intens gevoel wordt opgeroepen. Is dit geen prachtig voorbeeld van waar het bij goede haiku om draait?
Haibuns
Mist
Pom Hoogstadt
Het gesprek heeft lang geduurd. Beiden zijn ze stil als ze naar buiten stappen. Ze doen hun mondkapjes af. Het waait. Zij huivert voelbaar. De arts heeft hen uiteindelijk verteld dat hij lijdt aan beginnende Alzheimer. ‘Hoe zijn wij hier nou ook alweer gekomen?’, vraagt hij.
een merel
hij fluit slechts één, twee tonen
zij hoort het, hij niet
Het feest
Luc Barbé
Alles was klaar voor het feest van de vijfentwintigste verjaardag van ons huwelijk. De zaal was gereserveerd, de uitnodigingen waren verstuurd, de catering was in orde en een van onze vrienden had beloofd om voor muziek te zorgen. Toen stierf de poes van de buurvrouw. Het dier was 18 jaar. Ik vond dat een mooie leeftijd voor een poes. Dat vond de buurvrouw gelukkig ook. Ze kon het verlies vrij makkelijk een plaats geven en enkele maanden later was er een nieuwe poes. Daarna maakte ze er grapjes over: ‘Organiseer maar geen feest voor de dertigste verjaardag van jullie huwelijk of onze poes legt er het bijltje bij neer.’
Dat feest is er nooit gekomen.
samen met haar
in de rozentuin
– de scherpe doornen
Het verslag
Luc Barbé
Een van de merkwaardigste documenten die ik vond bij het opruimen van het ouderlijk huis was een verslag van een fietstocht van mijn vader. Hij had ooit wel gesproken over fietstochten in zijn jeugd, maar ik wist niet dat hij met vrienden naar de zee gefietst was en dat hij er een verslag van gemaakt had. Naast de namen van zijn vrienden en wat weetjes over de steden onderweg, vermeldde hij onderaan hun timing: Start 13 u.; Gent 15.20 u.; Eeklo 16.35 u. en zo ging dat verder. Al heel mijn leven noteer ik op exact dezelfde manier de timing van mijn fiets- en wandeltochten. Ik heb er nooit bij stilgestaan waarom ik dat doe.
in de eik gekerfd
de namen van vader en zoon
nog net leesbaar
Stembureau 975
Lodewijk Ouwehand
Het geel-groene vaandel op straat wappert in een lome wind. Bij de ingang wordt elke bezoeker bij de wijd open deur begroet alsof het de eerste stemmer van vandaag is. Pijlen op de vloer schrijven de looprichting voor.
De glimlach in een halo van zonlicht wordt vergeleken met de strakke blik op de pasfoto. Als echo klinken achter de commissietafel de naam in het paspoort en de naam op de stempas. Weer is iemand ‘toegelaten tot het stemproces’.
De schemering betreedt het lokaal met een kille wind. In lange schaduwen zweven late stemmers binnen. Koffie en een extra trui moeten de concentratie borgen. Om 21:00 uur, na het 655ste biljet, gaat de schuif op de bus dicht. Het had het 1.200ste biljet kunnen zijn...
Koud tot op het bot vertrek ik bij halve maan en met een volle tas stempassen van Stembureau 975. Het straatlantaarnlicht weerkaatst in het helwitte logo. Twee leeuwen houden een wapenschild met ooievaar overeind. Weer zijn Vrede en Recht gediend.
late schemering
kraaien landen op een tak
waar duiven zaten.
Boer
Anton de Joode
Een van mijn opa’s was boer, een kleintje, met zo’n twintig koeien. Een boer met liefde voor zijn dieren, het land en de omgeving. Samen met andere kleine veehouders onderhield hij de sloten rond
hun weiden, verwijderde overtollig hout, molk zijn dieren met de hand en hield kortom het hoofd met moeite boven water. Maar hij hield van dit leven, van het boerenleven, hoe zwaar het bij tijden ook was. Veel tijd om te lezen had hij niet, maar anders zou hij het zijn vakgenoot in Boerenpsalm* zeker hebben nagezegd: Ik ben maar een arme boer en al heb ik veel miserie gehad, toch is het boerenleven het schoonste leven dat er bestaat. Ik wil nog met geenen koning verwisselen.
Hij knokte door, die opa van mij, tot het niet langer ging en hij de boel moest verkopen aan een grote boer in de buurt.
mijn oude globe
een wereld
die is achterhaald
*Felix Timmermans,
Boerenpsalm, 1935
Tomiyasu Fusei – hoge ambtenaar én dichter
Hetty Rietveld en Walter Vereertbrugghen
Vanuit een gedeelde waardering voor verzen die we tegenkwamen van de Japanse dichter Tomiyasu Fusei (富安風生) besteden we dit artikel aan enkele van zijn haikuverzen. Zijn haiku’s, met Engelse vertaling, vonden we in het boek Modern Japanese Haiku – An Anthology, verzameld door, en met voorwoord, inleiding en begeleidende uitleg van Makoto Ueda. Behalve in dit boek zijn er niet veel haiku’s van Fusei in vertaling te vinden. Het viel ons op dat Willy VandeWalle, mevr. J. van Tooren of R.H. Blyth geen haiku’s van hem in hun werk hebben opgenomen. Toch is hij in Japan geen onbekende dichter.
Fusei werd geboren in 1885 in een dorp bij de havenstad Nagoya, de hoofdstad van de prefectuur Aichi. Zijn grootvader en een oudere broer waren haijin, haikudichters, en brachten hem op jonge leeftijd in contact met poëzie. Fusei studeerde rechten aan de Universiteit van Tokyo.
Hij was een generatiegenoot van Seishi, aan wie we eerder aandacht besteed hebben in Vuursteen, en hij zat samen met hem en de dichter Shuoshi op diezelfde universiteit waar ze met elkaar de ‘Haikuvereniging van de Tokyo Universiteit’ hebben opgericht. Alle drie waren zij ook leerlingen van Kyoshi, die na de dood van Shiki in 1902 als diens leerling hoofdredacteur werd van het belangrijke haikumagazine Hototogisu (Koekoek) dat Shiki in 1897 had opgericht. Kyoshi bracht het blad tot grote bloei en gaf vooral ruimte aan de haiku van de dichters uit de stroming van de ‘nieuwe traditionalisten’.
Fusei studeerde af op vijfentwintigjarige leeftijd. Hij bekleedde verschillende posten in het departement van het ministerie van communicatie.
Pas in 1918 begon Fusei zich intensiever met haikuschrijven bezig te houden. Samen met enkele collega’s in staatsdienst lanceerde hij het literaire magazine Young Leaves. Vanaf 1928 werd hij verantwoordelijk uitgever van de haikurubriek.
In 1937 trok hij zich terug uit de ambtenarij en begon hij meer tijd te besteden aan reizen en haiku schrijven. Al dient gezegd dat hij van tijd tot tijd door de regering werd opgeroepen om zich dienstbaar te stellen in belangrijke nationale comité’s. Hij leefde in Tokyo en stierf in februari 1979. Fusei publiceerde twaalf haikuboeken.
Hij streefde ernaar om te schrijven over onderwerpen uit het dagelijks leven, zijn ideaal was poëzie die dicht bij de mensen stond. Hij beschouwde haiku schrijven als iets wat iedereen kon doen als vrijetijdsbesteding. Hij vond het ook geen probleem om tegelijkertijd een haikudichter en een hooggeplaatste overheidsdienaar te zijn. Zijn haiku’s zijn dikwijls teder en helder en zijn taalgebruik is
eenvoudig. Die eenvoud en helderheid vinden we terug in een natuurtafereel.
一茎の 百合の全力 一蕾に
ikkei no yuri no zenryoku ichirai ni
één stengel, één steel, één stam / van /
lelie (Lilium spp.) / van / alle kracht, energie, inspanning /
één bloemknop / in, met, bij, aan
Lelie is een zomeronderwerp.
A lily stalk
concentrating all its might
into one flower bud.
De lelie (Lilium) is een geslacht van kruidachtige planten met meer dan honderd soorten en behoort tot de familie van de Liliaceae.
Van één leliestengel:
de kracht gebundeld
in één bloemknop.
Alle levenskracht
van een lelie samengebald
in één knop
Japanners uiten hun esthetische gevoelens voor de flora gewoonlijk via de praktijk van ikebana, bloemschikking en de cultivering van bonsai, dwergboompjes. Maar ook in poëzie komt de wondere wereld van de planten in beeld.
Aandacht opbrengen voor het kleine hoort bij de haiku-houding. Tussen de lelies is deze ene bloeiende bloemknop de dichter bijzonder opgevallen.
Spontaan denken we aan een vergelijkbare situatie in een nochtans geheel andere omgeving. In de zestiende eeuw leefde de beroemde theemeester Sen no Rikyu. Hij stond eerst nog in de gunst van de toenmalige militaire bevelhebber Hideyoshi Toyotomi, voor wie hij meerdere theeceremonies organiseerde. De hieronder beschreven scene kan nagelezen worden in het boek Zen in the Art of The Tea Ceremony van H. Hammitzsch en vormt de beginscene van de film Rikyu uit 1989 van Hiroshi Teshigahara, naar een boek van Yaeko Nogami.
Het was Hideyoshi ter ore gekomen dat er mooie windebloemen (Ipomoea) stonden in Rikyu’s tuin en daarom liet hij de theemeester weten een bezoek te zullen brengen. Bij dageraad beende de hoge gast met zijn gevolg naar de residentie van Rikyu, waar helaas geen enkele windebloem te bespeuren viel, en groot was dan ook zijn teleurstelling. Toen hij echter op handen en knieën de lage opening van de theehut inkroop werd zijn blik bevangen door één enkele windebloem die in al zijn eenvoudige witheid de tokonoma sierde.
Rikyu had zijn assistent namelijk vooraf opgedragen om alle windebloemen af te knippen, zodat er maar één exemplaar alle aandacht kon opeisen. De gastheer had die ene bloem heel eenvoudig in een vaas gezet, conform aan een stijl die de naam ‘nage-iri’ draagt, van het werkwoord nage-ireru (投げ入れる) dat ‘inwerpen’ betekent.
銀閣寺 門前の田の 案山子かな
ginkakuji monzen no ta no kakashi kana
Zilveren Paviljoen /
voor de poort / van / rijstveld / van /
vogelverschrikker / (snijwoord)
Vogelverschrikker is een herfstonderwerp.
Silver Pavilion –
in the paddy before its gate,
a scarecrow.
Zowel het Gouden Paviljoen (Kinkakuji) als het Zilveren Paviljoen (Ginkakuji) werden in de vijftiende eeuw nabij Kyoto als lustoord opgebouwd door leden van de machtige Ashikaga-clan. De Kinkakuji is heel beroemd geworden door de gouden kleur, de Ginkakuji heel wat minder, en niet in het minst omdat er van zilver al helemaal geen sprake is. Er waren wel plannen om de buitenkant met zilverfolie te bedekken, maar die zijn nooit gerealiseerd.
Men bereikt het gebouw langs een elegant pad tussen groene hagen. Er werd een typisch Japanse tuin aangelegd met veel mos, een vijvertje en watervalletjes. Volgens een reisgids van de Dominicus Reeks bevindt zich in die tuin de oudste theeceremoniekamer van Japan.
Een ander interessant gegeven is het gebruik van het snijwoord ‘kana’. In het boek Haiku – Een jonge maan van J. van Tooren lezen we dat we ‘kana’ aan het einde van vele haikuverzen kunnen vinden. Het zou wijzen op een lichte uitdrukking van medeleven, een verzachting van het vers. Meestal valt het alleen uit te drukken door een nuancering van toon, maar vaak zelfs helemaal niet. ‘Kana’ vestigt de aandacht op het woord dat eraan voorafgaat. In dit geval: de vogelverschrikker.
Het boekje All about Particles wijst in een haiku als deze op een vraag die men aan zichzelf stelt, in dit geval wordt de vogelverschrikker in vraag gesteld.
Een vogelverschrikker was traditioneel vaak uitgerust met een strooien regenjas en een boog. Maar hij kon er ook anders uitzien en bijvoorbeeld gemaakt zijn van bamboe en stro, in de vorm van een mensenfiguur. En ja, wat doet zo’n ding in de buurt van een gebouw dat officieel geregistreerd staat als een Nationale Schat?
Het vermoedelijke antwoord op deze vraag vinden we in de al eerder vermelde gids van de Dominicus Reeks. Op de nabij gelegen Higashi-berg zouden zich namelijk voortdurend kraaien ophouden die met hun gekras de rust en de sereniteit kunnen komen storen!
En hoe vertalen we ‘kana’ eigenlijk? Of, de woorden van J. van Tooren indachtig, is deze oproep tot bedenking wel te vertalen? En hoe dan?
Een mogelijkheid is om de punt als traditioneel leesteken achteraan te vervangen door drie punten, met als hint: er komt nog wat achter, maar dat mag de lezer zelf invullen.
Zilveren Paviljoen –
op het veld voor de poort
een vogelverschrikker ...
Bij de volgende haiku wordt onze aandacht gericht op het water.
一めんの 落花の水に 蛙の眼
ichimen no rakka no mizu ni kaeru no me
één oppervlak / van/
vallende bloesems / van / water / in, met, bij, aan /
kikker(s) / van / oog of ogen
All over the water
fallen blossoms spread, and amongst them
a frog’s eyes.
Zowel kikker als bloesem zijn lenteonderwerpen.
Ook deze haiku oogt erg eenvoudig, helder en gewoon, maar is toch verrassend. Een tafereel om naar te kijken met een glimlach. Aan de ene kant het beeld van de gevallen bloesems, die verwijzen naar de tijdelijkheid van ons bestaan, en aan de andere kant dat van de kikkers, die onverdroten zorgen voor nageslacht. Aan de rand van het wateroppervlak komt er eentje kijken, en met die ene blik vallen de eindigheid (de afgevallen bloesems) en het nimmer eindigende (de vruchtbare kikkers) samen.
Op het wateroppervlak
alom gevallen bloesems
en kikkerogen.
Bij adepten groeit de verleiding om er zich een oude vijver bij voor te stellen, waar pas voordien een ‘ploef ’-geluid van water te horen viel, toen de kikker zijn sprong maakte. Dezelfde tegenstelling is ook in andere vijver-haiku’s aan bod gekomen.
朝寒や 汽缶車ぬくく 顔を過ぐ
asazamu ya kikansha nukuku kao wo sugu
ochtendkou / (snijwoord) /
stoomtrein / lauw-warm /
gezicht, gelaat / (lijd.vw.partikel) / passeren, langsgaan
Ochtendkou is een herfstonderwerp.
The morning cold:
a steam engine passes
warmly before my face.
Yamaguchi Seishi heeft stoomtreinen als onderwerp voor een haiku gelanceerd, en Fusei heeft zijn voorbeeld gevolgd. Al wat dieper in de herfst worden de ochtenden en avonden kouder. En als het regent wordt dat gevoel nog sterker. Men voelt de winter aankomen. Als men op een voetpad een kelderrooster voorbijkomt, valt er soms een geur waar te nemen van waspoeder, of van vers gebakken brood. In het laatste geval kan men ook de warmte van de bakoven gewaarworden. In een station of aan een spooroverweg natuurlijk geen geur- en warmtesensatie van het ambachtelijke werk vanuit een kelder, maar occasioneel kon men hetzij op het perron hetzij aan de slagbomen wel de warmte voelen van een voorbijrazende stoomtrein.
De haiku gaat over het contrast tussen de eindeloze cyclus van de seizoenen, waarin nu de koude herfst aan de beurt is, en de kortstondige voorbijtrekkende warmte van de stoomtrein.
Koude herfstochtend –
de warmte van de stoomtrein
strijkt langs mijn gezicht.
Ochtendkou –
de warmte van de stoomtrein
trekt langs mijn gelaat heen.
We sluiten dit artikel af met een gedichtje over afscheid nemen. Een universeel gegeven, en zo herkenbaar.
ハンケチ振って 別れも 愉し 乙女等 は
hankechi futte wakare mo tanoshi otome-ra wa
zakdoek(en) / zwaaiend, wuivend /
scheiding, vertrek / ook, zelfs / plezierig, leuk /
meisje of jonge vrouw (7 tot 18 jaar) / (meervoudsvorm) / wat betreft
Waving handkerchiefs,
they even enjoy a parting
the young maidens.
Er zijn diverse redenen voor afscheid, maar doorgaans zal daarbij een gevoel van gemis hetzij overduidelijk zichtbaar hetzij onderhuids een plaats opeisen. Naar de concrete aanleiding van deze haiku kunnen we alleen maar raden. We weten niet wanneer deze haiku geschreven is. Wellicht kunnen we de associatie maken met foto’s uit de oude doos met taferelen van mensen die na de Tweede Wereldoorlog emigreerden naar Amerika: een groot zeeschip vol mensen en allemaal wuivende zakdoeken op het schip en op de kade. Of we kunnen denken aan de ontroerende prent op de laatste bladzijde van het prachtige stripalbum De Blauwe Lotus van de hand van Georges Rémi alias Hergé. De held van het verhaal en reporter van dienst Kuifje keert terug naar Europa.
Iemand uitzwaaien mag er luchthartig uitzien, de achtergrond van het afscheid kan droefgeestig of zelfs wrang zijn. Hetty denkt hierbij aan het boek Sakura van Naoko Abe, over de geschiedenis van de kersenbloesem in Japan. In de Tweede Wereldoorlog is de kersenbloesem symbool geworden van de jonge kamikaze-piloten die hun leven moesten geven voor het vaderland. In dat boek staat een foto van meisjes die de vliegtuigen uitzwaaien. ‘Partir, c’est mourir un peu’, schreef Edmond Haraucourt.
Zakdoeken wuivend
vinden ze zelfs afscheid leuk
de jonge meisjes
Ondanks het afscheid
is zakdoeken zwaaien best leuk -
jonge meiden...
Bronnen:
-
Horst Hammitzsch, Zen in the Art of the Tea Ceremony, Element Books Ltd, The Old Brewery, Tisbury, Wiltshire 1979
-
A. L. Sadler, Cha-no-yu, Charles E. Tuttle Company, Inc.; Rutland, Vermont & Tokyo, Japan 1962
-
Hiroshi Teshigahara (regisseur) Rikyu, en.wikipedia.org/wiki/Rikyu_(film)
-
Johan Somerwil; Japan met de steden Tokyo/Kioto/Osaka/Nara en omgeving (Dominicus reeks); j.h. gottmer; Haarlem 1991
-
J. van Tooren, Haiku – Een jonge maan, Meulenhoff, Amsterdam 1989
-
Naoko Chino, All about Particles, Kodansha International Ltd., Tokyo 1991, Sakura, Naoko Abe, Thomas Rap, Amsterdam 2020
Wim Lofvers over de weg naar haiku
Marian Poyck en Henk van der Werff
Zeker tweemaal heeft Wim Lofvers (1930-2007), oud-voorzitter van de HKN en begenadigd haikudichter, zijn gedachten over wat haiku eigenlijk is en hoe een haiku tot stand komt in essayvorm onder woorden proberen te brengen, in 1989, in een geschrift voortkomend uit discussies binnen de haikukring waar hij toe behoorde, onder de titel Westenwind, en in 2001 in een radijsje met als titel Wat is haiku.* Deze teksten schreef hij omdat hij merkte hoe verschillend er werd omgegaan met wat als ‘de regels voor het schrijven van haiku’ werd beschouwd. Dat bracht hem ertoe zijn persoonlijke visie op haiku onder woorden te brengen.
Het startpunt voor een haiku is een gebeurtenis. Vanaf onze geboorte maken we dingen mee waartoe wij ons moeten verhouden. Sommige reacties leren we door schade en schande: kachel > heet! > niet aankomen!; andere krijgen we aangeleerd: verkeerslicht op rood > stoppen!; maar het type reacties waar Lofvers speciaal op doelt is van een andere soort. Een voorbeeld: er huilt iemand. Wat doe je? Negeer je het? Kijk je weg om de huilende wat privacy te gunnen? Staar je hem aan, of bied je hulp aan? Het is soms lastig om te bepalen wat de beste keuze is (zouden mensen die huilen zich daarom zo vaak verontschuldigen, omdat ze vrezen de toekijker in verlegenheid te brengen?). Mensen gaan ook heel verschillend om met tegenslag.
De manier waarop je reageert op je omgeving bepaalt je uitstraling als mens. Lofvers merkt daarbij terecht op dat het bij wezenlijk belangrijke zaken niet de omstandigheden an sich zijn die bepalen hoe je reageert, maar jijzélf! Hij geeft hier het voorbeeld van de Joodse Etty Hillesum, die ondanks de verschrikkingen van de oorlog altijd positief in het leven bleef staan, een manier van omgaan met wat op je pad komt waar hij zelf ook naar streefde. Leven vanuit deze instelling heeft tot gevolg dat wat je tegenkomt als het ware ‘tot je gaat spreken’. Je bereikt een staat waarin je je één voelt met je omgeving. Een gevoel dat hem persoonlijk deed verlangen daar in woord en daad uitdrukking aan te geven, en het schrijven van haiku beschouwt hij als één van de manieren om dat te doen.
Hij ziet haiku als een speciale mogelijkheid om het wezenlijke van de relatie tussen hem en zijn omgeving tot uitdrukking te brengen in woorden ‘teruggebracht tot de essentie’. Hij beschouwt dit als zijn definitie van haiku, en ziet hier een belangrijk verschil met de (gewone) dichtkunst, die hij als vrijer en subjectiever beschouwt.
Wat brengt een haiku nu precies tot uitdrukking?
Lofvers zegt hierover: er is een wereld buiten mij. Ik kan de gebeurtenissen in die buitenwereld waarnemen met mijn zintuigen. Er is ook een wereld binnen in mij, een innerlijk leven dat mij vervult. Er kan al dan niet een harmonie bestaan tussen die twee. In ieder geval is het zo dat de verhouding tussen beide bepalend is voor mijn innerlijke stemming (het woord ‘stemming’ houdt voor Lofvers verband met het muzikale ‘op elkaar afgestemd zijn’).
Wanneer je erin slaagt je voortdurende neiging te laten varen om over je omgeving, maar ook over jezelf(!) te oordelen, en die kritiek niet steeds mee te laten klinken in je houding tegenover de natuur* pas dan kan er een begin van harmonie ontstaan. De kritiek verzwijgen is niet genoeg, ‘want dan woedt hij innerlijk in ons hart voort’; het gaat erom vanbinnen vrede te voelen. Het is het oefenen van het vermogen om ‘los te laten’, jezelf niet als maatstaf te zien van alles. De wereld is zoals hij is.
Vervolgens komt hij tot de kern van wat volgens hem haiku is: het ondeelbare ogenblik – voor je het je realiseert is het alweer voorbij – waarop je als het ware kijkt door het sleutelgat van de werkelijkheid, en éven de dingen in hun ware verband ziet. Dan blijkt dat in het kleinste wat je onder ogen hebt de hele kosmos verborgen zit. De ware haikudichter is in staat om het grote dat zich in het kleine openbaart zo weer te geven dat uit dat kleine het grote nog spreekt.
Lofvers voelt een diepe verbondenheid met de natuur, en hij betoogt dat de aanduiding van een seizoen in een haiku heel wat meer is dan een simpele tijdsaanduiding. Het seizoen geeft naar zijn overtuiging richting aan de emotie. Elk seizoen roept zijn eigen typische gevoelens op: innigheid kenmerkt de winter, waarin men gericht is op het binnen-zijn, het eigen innerlijk, het spirituele; de lente is een seizoen van plannen maken, zich op de wereld richten; de zomer verbindt hij met volheid en uitbundigheid, en in de herfst treedt het verlangen naar inkeer op de voorgrond.
Lofvers vindt het van belang dat een haikudichter probeert zich los te maken van vooringenomenheid, emoties en vooropgezette ideeën over hoe de wereld zou moeten draaien, iets wat hij mist bij de gebruikelijke aanwijzingen voor het schrijven van haiku. Gedichten, waaruit vooringenomenheid spreekt, kun je volgens hem geen haiku noemen. In haiku is er geen plaats voor alles wat tendeert naar egocentriciteit, kritiek en sarcasme. Wezenlijk is dat je niet vertelt wat je vindt, maar wat er – in essentie – gebeurt. Ook Basho gebruikte de haikuvorm overigens weleens oneigenlijk, zoals hier waar hij een advies aan zijn leerlingen in de haikuvorm giet:
Al uw sympathie
al uw antipathie, hang ze
aan de wilgen
Maar dat was dan wel om ze op het belang van juist dit uitgangspunt te wijzen! En als je vanuit die grondhouding schrijft, dan kunnen er haiku’s ontstaan zoals deze van Buson:
Boven op het dak
ligt een natte kinderbal
in lenteregen
Bijzonder knap om zonder er een woord aan te wijden al die onderliggende emoties in dit miniverhaal op te kunnen roepen.
Er wordt veel geëxperimenteerd met haiku. De vorm wordt gebruikt om meningen en gevoelens tot uitdrukking te brengen, of als onderdak voor aforismen. Niemand kan dat tegenhouden. Het staat wel vast dat door de snelle verspreiding over de Westerse wereld de haiku van karakter verandert. Een westerling denkt en gedraagt zich nu eenmaal anders dan een Japanner dat doet. De opgave voor de hedendaagse haikudichter is volgens Lofvers om de instelling van waaruit de klassieke haiku werd geschreven te behouden, en tegelijk authentiek en origineel te zijn, trouw aan zichzelf en de eigen cultuur. Alleen als je je ervaringen objectief en zonder een oordeel opschrijft kan de lezer het beschrevene méébeleven.
Haikubouwstenen 35; Koppeling van fenomenen
Klaus-Dieter Wirth
Een haiku biedt maar een beperkte speelruimte. Dat vergt een uitgekiende omgang met de taal. Door het koppelen van fenomenen, door twee zaken naast of tegenover elkaar te plaatsen komen ze beide beter uit de verf (zie ook Haikubouwstenen 31, over het benadrukken van tekst), of is er gelegenheid om een speelse draai aan het geheel te geven, en – last but not least – is er vaak een mogelijkheid om woorden c.q. zinsdelen uit te sparen.
Een bijzondere vorm van de koppeling van twee fenomenen is het chiasme of de kruisstelling (van het Griekse chiasmos = de vorm van de letter chi, de x in het Latijnse alfabet), waarbij twee paren woorden of woordgroepen elkaar qua woordvolgorde kruislings weerspiegelen, vaak om een antithese te verduidelijken, zoals in: ‘De kunst duurt lang, maar kort is ons leven’ (Goethe, in Faust, naar Hippocrates), of – heel actueel – de slogan van Warchild: je kunt een kind wel uit de oorlog halen, maar hoe haal je een oorlog uit een kind? Ik wil hier ook graag een van de bekendste gedichten van Lucebert aanhalen: ‘Visser van Ma Yuan’. Het loont de moeite om eens te bekijken hoe hij daarin goochelt met de taal:
onder wolken vogels varen
onder golven vliegen vissen
maar daartussen rust de visser
golven worden hoge wolken
wolken worden hoge golven
maar intussen rust de visser
Een andere bijzondere vorm van koppelen is het zeugma (Grieks woord dat ‘juk’ of ‘verbinding’ betekent), een ‘overspannen samentrekking’, een werkwoord dat zowel in letterlijke als in overdrachtelijke zin wordt gebruikt: ‘Mr. Stiggins nam zijn hoed en afscheid’ (Dickens, The Pickwick Papers). Een variatie hierop: ‘nam zijn hoed en de benen’. Van Nicolaas Beets is ‘tante die met een minzaam lachje en een bonte theedoek zat af te drogen’.
En ten slotte hoort bij deze bijzondere vormen nog de apokoinou, waarmee een doorgaans ongrammaticale, vaak samengestelde zin wordt aangeduid waarin het middelste gedeelte zowel als behorend bij het begin als bij het einde kan worden opgevat.
Opnieuw een treffend voorbeeld van Lucebert uit het gedicht ‘Oorlog & oorlog’ waarin de tweede regel grammaticaal een dubbelfunctie vervult ten opzichte van de eerste en de derde regel, gevolgd
door een haiku waarin datzelfde speelt.
zij komen glanzend overgevlogen
onder de bloedende moeder
smelt de eerste sneeuw.
Lydia Royen Damhave (DK)
im Bach
ein Kinderdrachen
treibt durch die Wolken
in de beek
een kindervlieger
rijft door de wolken
Mivjiko Murai (JP)
endlessly stirring
autumn ennui
and coffee
eindeloos roeren
in mijn herfstlusteloosheid
en mijn koffie
Masaoka Shiki (JP)
For me who go,
for you who stay –
two autumns
Voor mij die gaat
voor jou die blijft –
twee herfsten
Hiromi Yoshida (JP/US)
in the blue sky
on the blue lake
snow-capped Mt. Fuji
in de blauwe hemel
in het blauwe meer
de besneeuwde Fuji
Simone K. Busch (DE)
Gänse ziehen
wir teilen unsere Träume
mit dem Wind
ganzen trekken
we delen onze dromen
met de wind
Andrea D’Alessandro (DE)
Vermintes Land –
auch ihre Puppe
hat nur ein Bein
mijnenveld –
ook haar pop
heeft maar één been
Birgit Lockheimer (DE)
Museumsselfie
Porträts zweier Mädchen
mit Perlenohrring
museumselfie
portret van twee meisjes
met de parel
Ineke d’Achard van Enchut (NL)
volle jachthaven
meeuwen en toeristen
lekkerbekjes
Henri Decorte (BE)
Zijn vingernagel
beschadigde haar panty
en haar goed humeur.
Ferre Denis (BE)
in de volle bus
zoeken naar een zitplaats
en hoffelijkheid
Ida Gorter (NL)
de man en zijn hond,
beide niet meer goed ter been,
laten elkaar uit
Marc May (NL)
gespannen buigend
naar de waterspiegel
hengel en visser
Sjoukje van Zijll Langhout (NL)
Het lavendelveld
geeft zijn kleur aan de hemel
zijn geur aan de wind
Maar ook overeenkomsten passen in deze aflevering zoals:
Takashi Ikar (JP)
sweating to know
the photo-finish result
two horses and me
zwetend in afwachting
van de fotofinishuitkomst
twee paarden en ik
Ikari is aangesloten bij de Meguro International Haiku Circle, een Engelstalige haikugroepering in Tokio. De paardrijder in zijn haiku heeft natuurlijk net als de paarden inspanning geleverd, maar zijn zweten zal gezien de context ook deels van de spanning komen.
Kobayashi Issa (JP) Vert. Juan Manuel Cuartas Restrepo
Para el mosquito
también la noche es larga,
larga y sola
Ook voor de mug
is de nacht lang,
lang en eenzaam
In deze haiku van Issa zijn zelfs twee koppelingen te zien. Door het gebruik van ‘Ook’ voegt zich een verzwegen eerste lid bij de tekst, waarschijnlijk degene die de mug gadeslaat en daarvan verslag doet, al kan het ook iemand zijn die de mug en een persoon gadeslaat, en die het dus niet over zichzelf heeft. De koppeling van ‘lang’ en ‘eenzaam’ is bijzonder van aard. ‘Lang’ kan van toepassing op de nacht, maar dat geldt niet voor ‘eenzaam’. Daarvan zou je kunnen zeggen dat dit iets is wat tijdens die nacht door iemand als zodanig wordt ervaren. Probeer bij de hierna volgende reeks gedichten te onderscheiden hoe en wat er gekoppeld wordt en wat dit voor uitwerking heeft.
In deze haiku van Sjoukje van Zijll Langhout is in de twee laatste regels sprake van parallellisme, maar zij had ook voor een kruisstelling kunnen kiezen:
geeft zijn kleur aan de hemel
aan de wind zijn geur
David Burley (GB/JP)
Lifted on the breeze:
the terns above in harbour,
the cherry petals
Opgetild door de bries:
de sterns boven de haven,
de kersenbloesemblaadjes
Namita Bose (IN)
selling blood
to feed his family
and save another
zijn bloed verkopen
om zijn familie te voeden
en een andere te redden
Carlos Colón (US)
the birds
sound te same
poor side of town
de vogels
klinken hetzelfde
in de arme wijk
Angelee Deodhar (IN)
sharing an umbrella
your wet left shoulder
my right one
een paraplu delen
jouw linker schouder nat
mijn rechter
Lee Gurga (US)
his side of it.
her side of it.
winter silence
haar kant ervan.
zijn kant ervan.
winterstilte
Gary Hotham (US)
our bare feet
next to each other
next to the ocean
onze blote voeten
dicht bij elkaar
dicht bij de oceaan
Lori A Minor (US)
underneath
the same moon
the ant and I
onder
dezelfde maan
de mier en ik
Tiffany Shaw-Diaz (US)
Ohio-Kentucky border
the same cornfield
on both sides
Ohio-Kentuckygrens
hetzelfde maïsveld
aan beide kanten
Paresh Tiwari (IN)
longest night ...
the taste of sea breeze
and her absence
langste nacht ...
de smaak van de zeewind
en haar afwezigheid
vincent tripi (US)
Upstream
downstream
two water-thrush’s songs
Stroomopwaarts
stroomafwaarts
twee waterlijsterliedjes
Charles Trumbull (US)
the gondolas
tourists photograph tourists
photographing them
de gondels
toeristen fotograferen toeristen
die hen fotograferen
Dominique Champollion (FR)
d’une voix semblable
elle invective son chien
et son mari
met een zelfde soort stem
scheldt ze de hond
en haar man uit
Henri Chevignard (FR)
Dégel
Badinage des gouttières
et des mésanges
Dooi
De scherts van dakgoten
en mezen
Abdelkader Jamoussi (MA) Vertaler onbekend
Pottery artisan
shapes the jar
and the voidness
De keramist
hij vormt de kruik
en de leegte
Zdravko Karakehayov (BG) Vertaler onbekend
pub chairs and
church pews
the same tree
pubstoelen en
kerkbanken
dezelfde boom
Maramín (ES)*
Brisa de abril
meciendo al mismo tiempo
junco y libélula
Briesje in april
zij wiegen gelijktijdig
de lisdodde en de libel
Živko Prodanovic (HR) Vert. Durda Vukelic-Rožic
two enemies
under the same dandelions
returning to nature
twee vijanden
onder dezelfde paardenbloemen
terug naar de natuur
Ljiljana Prošic (RS) Vertaler onbekend
a shell in my hand –
keeping the sun’s heat
and the sound of waves
een schelp in mijn hand
bewaart de zonnewarmte
en het ruisen van de golven
Milka Stefanovic (RS) Vertaler onbekend
Under the house eaves
Sparrows and icicles
Waiting for the sun
Onder de dakranden
Mussen en ijspegels
Wachtend op de zon
(vertalingen: Marian Poyck)
*Pseudoniem van Marcos Andrés Minguella
Een haiku in de context geplaatst
De verbondenheid bij Basho
Willy Cuvelier
In 1688 maakte Basho een reis met zijn leerling Etsujin en met de knecht van Kakei, met als doel de herfstmaan te bewonderen. In zijn reisverslag, de haibun Sarashina Kiko – Dagboek van een reis
naar Sarashina staat deze haiku:
桟や 命をからむ 蔦葛
kakehashi ya / inochi o karamu / tsuta-kazura
De hangbrug –
ze draaien voor hun leven,
de klimopranken.
De kakehashi-hangbrug van 160 meter lang, op de weg naar Kiso, was vroeger heel gevaarlijk. Ze was gebouwd langs een rots naast de rivier en gemaakt van planken die aan elkaar gehecht waren met kettingen en klimopranken. Er waren geen steunbalken. Het leven van de reizigers die deze brug gebruikten, hing af van de sterkte van de klimopranken, die zelf draaiden voor hún leven. De brug werd dikwijls ‘bezongen’ in oude gedichten. Al in 1648 was er een gewone stenen brug gelegd zodat het voor dit reisgezelschap veilig was erover te gaan, maar bij het dichten van de haiku ging Basho’s verbeelding naar het verleden. De haiku heeft een dubbele bodem: in de natuur is alles met elkaar verbonden, het ene leeft met het andere en iedereen is verantwoordelijk voor iedereen.
Geraadpleegde werken:
-
J. Van Tooren, Haiku Een jonge maan, Meulenhoff, Amsterdam, 1973.
-
R.H. Blyth, Haiku, vier delen. Tokyo, Hokuseido Press 1949-52.
-
R.H. Blyth, A history of haiku, twee delen. Tokyo, Hokuseido Press 1963-64.
-
Toshiharu Oseko, Bash™’s Haiku, 2 delen, Tokyo, Maruzen , 1990 en 1996.
-
Willy Vande Walle, Bash™, dichter zonder dak, Leuven Uitgeverij Peeters, 1985.
-
Willy Vande Walle, Haiku Van scherts tot experiment, Amsterdam University
-
Press Salomé, 2003.
Lentekukai ‘voeding’
Redactie: Helena van den Enden
Willy Callens
avondschemering –
ik snij de komkommer fijn
in halve maantjes
Sietske Boonstra
van de geur alleen
kun je al plakken snijden –
vers gebakken cake
Annette Akkerman
theekransje
dames in het zonnetje –
gesmolten bonbons
Marc May
een voor een
ziet hij ze vliegen –
zijn rijpe kersen
Marc May
chocopasta –
zijn vingerafdrukken
op haar potje
Guido De Pelsmaecker
aan de ijswagen –
zij koopt de kleur
van kersen
Chris Van de Rijck
aan tafel laat hij
na elk bord met spinazie
zijn spierballen rollen
Hilde Devos
om het hoogst én verst
buiten de pan springen ze
de sesamzaadjes
Marijke Dierckens
In de vroege herfst
opgerolde maaivelden
zomers wintervoer.
Fenna Edens
met de billen bloot
liggen ze te bibberen –
gepelde tomaten
Pom Hoogstadt
zij knoopt haar bloes los
en laat haar kindje drinken
iedereen valt stil
de dames zijn vertederd
de heren geamuseerd
Voor de deelnemers volgt hier de volledige uitslag:
-
20 punten: nr. 44
-
13 punten: nr. 20
-
10 punten: de nrs. 6 en 28
-
9 punten: nr. 30
-
7 punten: de nrs. 7 en 25
-
6 punten: de nrs. 3, 35 en 38
-
5 punten: nr. 49
-
4 punten: de nrs. 9 en 24
-
3 punten: de nrs. 15, 22, 31, 32, 40, 46, 47
-
2 punten: de nrs. 2, 18 en 37
-
1 punt: de nrs. 11, 23, 34, 43;
-
0 punten: de nrs. 1, 4, 5, 8, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 26, 27, 29, 33, 36, 39, 41, 42, 45, 48, 50, 51
Herfstkukai: Water
Redactie: Helena van den Enden
Het is niet de eerste keer dat water het thema is voor de kukai. Bij de aanvang van de kukai voor Vuursteen in 1997 was het al een uitgangspositie, inmiddels is er veel veranderd in onze relatie met de natuur waardoor we waarschijnlijk ook anders omgaan met het thema water.
Dit keer zou het ook kunnen gaan over de afwezigheid van water; droge beken, moeilijk begaanbare rivieren, opgedroogde waterputten of juist een overvloed aan water die modderstromen met zich meebrengen in bewoond gebied maar ook in het agrarisch land voor problemen kunnen zorgen.
We kunnen uitkijken naar een zeer gevarieerde inbreng van haiku en tanka.
Inzendingen voor de kukai mogen niet eerder gepubliceerd zijn. Publicatie op internet, bijvoorbeeld op een blog of sociale media, wordt in geval van kukai ook beschouwd als publicatie, omdat er dan toch een grote kans is dat deelnemers de haiku of tanka eerder onder ogen hebben gehad.
Als u mee wilt doen, stuur dan vóór 30 oktober één of twee haiku’s of tanka’s bij voorkeur per e-mail (dat voorkomt fouten bij het overnemen van de verzen) naar:
Eventueel kunnen inzendingen (vergezeld van een aan uzelf geadresseerde en gefrankeerde envelop) gestuurd worden naar het postadres van Helena van den Enden:
Opperduit 326
2941 AP Lekkerkerk
De volledige lijst met inzendingen ontvangt u rond 13 november. Tot uiterlijk 11 december kunt u dan uw stem uitbrengen. De inzendingen die de meeste stemmen krijgen verschijnen, samen met de volledige uitslag, in het lentenummer van 2023.
Bekroonde verzen
Guido De Pelsmaeker
oude paardenstal –
de dakgoot vastgebonden
aan een spinnendraad
in het stille veld
trekt een muis een valk omlaag
– mijn fietsbel rinkelt
in alle stilte
praten vissen
tegen de lucht
natuurbeleving
van een andere tijd –
een weekje Kemmel
in takkenvorken –
de wandelbordjes van de
stilteoase
Winnaar van de haikuwedstrijd 2022 In ’t Stille Weg, georganiseerd door het tijdschrift Ya en B&B In ’t Stille Weg.
Lieve Fimmers
Koeien vermalen
in lome middaghitte
traag gras en stilte.
Een oud boerenpaard
in de schaduw van een boom
de tijd vermalend.
Tussen de pannen
van een scheefgezakte stal
duikelt zacht zonlicht.
Eervolle vermelding in dezelfde wedstrijd
Miche Van den Broeck
het ezeltje balkt
de ganse buurt bij elkaar
in slechts twee klinkers
het stille najaar –
zijn lange schaduwpoten
in de paardenwei
grazende schapen –
een beetje goud over paars
onder dalend licht
Eervolle vermelding in dezelfde wedstrijd
De vernieuwde website van Haiku-centrum Vlaanderen
Luc Barbé en Jean-Marie Werrebrouck
De website van Haiku-centrum Vlaanderen steekt sinds kort in een fleurig nieuw kleedje, met dank aan Geert De Kockere voor de opmaak. Na een proefperiode van enkele maanden hebben we dan ook het genoegen om jullie haiku.be voor te stellen, een laagdrempelige site voor zowel haikuschrijvers als alle geïnteresseerden in haiku. Een overzicht:
Menu
In de menubalk, bovenaan rechts op de frontpagina, kun je klikken op:
-
Nieuws, met de recentste berichten uit de Vlaamse haikuwereld zoals actuele informatie over de jaarlijkse haikudag, diverse haikuprijzen, tentoonstellingen, nieuwtjes over de haikukernen, enz.
-
Links, met interessante verwijzingen naar andere haikusites
-
Contact, voor wie meer informatie wil over de vereniging
-
Home, of klikken op het Hc-V logo linksboven brengt je vlot terug naar de frontpagina van de website.
Onderwerpen
Belangrijke onderwerpen zijn te vinden bij de foto's:
-
Poëzievormen, met informatie over de verschillende poezievormen, met name haiku, senryu, tanka, kyoka en haibun.
-
Bestuur, waarin naast een kennismaking met het bestuur van Haiku-centrum Vlaanderen en haar medewerkers inzage wordt gegeven in hoe we werken.
-
Kernen, met daarin de contactgegevens van de 8 Vlaamse haikukernen, die ook kort worden voorgesteld. Wie geïnteresseerd is en graag zelf met haiku wil beginnen of er zich verder in verdiepen, kan zo makkelijk terecht bij mensen die er al geruime tijd mee bezig zijn.
-
Vuursteen, het kwartaaltijdschrift voor gedichten in Japanse versvormen, dat wordt uitgegeven door Haiku-centrum Vlaanderen en de Haiku Kring Nederland. Je leest op deze pagina hoe je je kan abonneren en hoe je werk kan insturen.
-
Andere uitgaven, waarin aandacht wordt besteed aan uitgaven die door het Haiku-centrum Vlaanderen, al dan niet in samenwerking met de Haiku Kring Nederland, worden uitgegeven zoals Aan het woord en de Kantelkalender. Je vindt hier ook informatie over uitgaven die niet onder het Haiku-centrum Vlaanderen vallen, zoals Ya, het nieuwe kwartaaltijdschrift van het Huis van de Haiku.
Eventuele opmerkingen en suggesties graag naar: Luc Barbé of Jean-Marie Werrebrouck.
Boekbesprekingen
Onder een hoedje
Marian Poyck
-
Auteurs: Eelse Bies en Ton Erwich
-
Titel: Onder een hoedje –100 haiku’s
-
Vormgeving: Stephan van Rijt
-
Voorwoord door Sabine Alder-du Bosc.
Vanaf het begin van de coronatijd hebben de enthousiaste hoeddragers Eelse Bies (1937) en Ton Erwig (1946) op dagelijkse basis in de haikuvorm gecorrespondeerd. Uit deze correspondentie hebben zij een selectie gemaakt voor hun bundel Onder een hoedje. De vormgeving is aangenaam minimalistisch: zowel op de voorkaft als op alle pagina’s vinden we dezelfde zencirkel, per pagina steeds 45 graden tegen de klok in gedraaid. Eelse en Ton hebben veel moeite gedaan om te voldoen aan wat vaak als hét kenmerk van haiku wordt beschouwd: de vorm, bestaande uit drie regels van 5, 7 en 5 lettergrepen. Dat leidt weleens tot het inslikken van lidwoorden, lettergreepdwang uitmondend in telegramstijl.
Eelse Bies
violen verdord
schreeuw om water niet gehoord
spel is uitgespeeld
Ton Erwich
sterk verouderd jaar
kiest plek tussen collega's
de historie groeit
Wat deze twee haiku’s ook gemeen hebben is de becommentariërende rol van de derde regel, wat niet erg haiku-achtig is. Beide auteurs houden van woordspel:
Eelse Bies
de leugen was snel
de waarheid die sneller was
loog er echt niet om
Eelse Bies
op vrijdagavond
het weekend staat voor de deur
wie doet er open
Ton Erwich
van kinderwagen
tot scootmobiel - het leven
loopt op rolletjes
Ton Erwich
pillen en poeders
om op de been te blijven
het is wel slikken
De gevorderde leeftijd of het leven zelf(?) eist soms zijn tol:
Ton Erwich
uitje van vandaag
medicijnen halen en
gebitscontrole
Eelse Bies
lood in de schoenen
beperkte lichtvoetigheid
en vertraagde tred
Ton Erwich overtuigt mij uiteindelijk als haikudichter het meest, vooral in de gedichten waarin hij geen spitsvondigheden nodig heeft om de lezer te verrassen:
hoog boven het dorp
vangt het haantje van de kerk
het eerste zonlicht
in het handwerkblad
een oud boodschappenbriefje
in moeders handschrift
een zondags patroon
kerkgangers van vijf kerken
weven hun routes
door de storm geveld
wat als paastak wortelde
eindigt als brandhout
Floriade 2022
Marian Poyck
-
Auteurs: Joop Hagen, Hetty Mulder, Lilian Steenvoorden en Veronica Stutvoet
-
Floriade 2022 - binnen en buiten de perken
-
Illustraties: Hetty Mulder, Lilian Steenvoorden (aquarel, pentekening)
-
Omslagontwerp: Hetty Mulder
-
Vormgeving: Henk van der Werff
De bundel doet, doorspekt met haiku’s, verslag van het ontstaan van de Floriade vanaf het prille begin van de niet altijd even voorspoedig verlopende jaren van voorbereidingen tot aan het moment
dat de deuren – inmiddels ook nog een coronacrisis achter de rug, die hopelijk niet opnieuw gaat oplaaien – eindelijk open gaan. Op het journaal hebben we kunnen volgen hoe er tot op het laatst nog bijna letterlijk bergen verzet moesten worden, en de vraag hoe Almere ooit weer uit de kosten moet komen nu de begroting, zoals bijna bij alle grote projecten lijkt het wel, fors wordt overschreden, speelde de tegenstanders behoorlijk in de kaart – een impressie: Eerst was er het zand, bergen zand:
Almeerse flora
door het zand verstikt - maar zie
die kleine distel
op de zandvlakte
groeit gestaag een oerwoud
van gele borden
Als het allemaal voorbij is moet er op deze plek een groene wijk verschijnen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot:
de groenste wijk ooit
senioren hopen het
nog mee te maken
stikstofcrisis
de nieuwe woonwijk moet terug
naar de tekentafel
Zo’n twee jaar voor de opening:
een halfleeg eiland
met hier en daar een bordje
waar iets moet komen
Floriadebord
op het jaartal 2022
valt een schaduw
Halverwege 2021. Er is nog niet veel, maar er wordt snoeihard gewerkt. Volle kracht vooruit. Toekomstige rondleiders worden getraind, maar wat als de pandemie oplaait?
de vrijwilliger
spreekt in geuren en kleuren
wijzend in het niets
nog honderd dagen
corona heeft tijd genoeg voor
de genadeslag
Uiteindelijk zijn de bruggen over het Weerwater gereed, het stationsgebied is op tijd klaar en dertigduizend geplante bollen hoeven alleen nog maar uit te komen.
alle beren van de weg
de twee miljoen bezoekers
kunnen er langs
floriadeplezier
bloesem vergelijken
van hand- en stoofpeer
De auteurs, allen leden van de haikukern Almere, hebben met deze bundel een ambitieus project afgerond. Hij zal bij de inwoners van de stad vele mooie en minder mooie herinneringen oproepen, en geeft de bezoekers van het evenement een inkijkje in hoe dit allemaal tot stand is gekomen. Het is niet de eerste keer dat deze haikukern zich naar buiten toe manifesteert: ook bij de Almeerse kersenbloesemfeesten zijn zij bijvoorbeeld altijd prominent aanwezig.
geen grote woorden
Marian Poyck
Dat Jean-Marie een alerte observator is merken we direct. Hij verstaat de kunst om een en ander niet al te expliciet te benoemen, en houdt van een komische noot:
Zijn speelgoedtreintjes
sinds jaren op een zijspoor -
nu weer op de rails.
Een eerste echo
geeft al meteen uitsluitsel -
voor de arts dan toch.
In de brede lach
die op haar gezicht verschijnt:
de rasactrice.
Verfraaiingswerken
op plastische chirurgie:
nu nog een bouwwerk.
Bij de voorgaande haiku kun je je afvragen of hij nu doelt op een pas verbouwd gelaat, of op de verbouwing van een praktijkruimte. Hij laat het mooi in het midden.
Zonder dat stukje
oogt de gelegde puzzel
verre van compleet.
Een boswandeling
zonder mobiele data -
dat het toen nog kon.
Nu hij meer thuis is,
is het zijn stek geworden -
daar in het schuurtje.
De kartonnen doos
waar het bouwpakket in stak:
kant-en-klaar speelgoed.
Geen grote woorden, nee, maar een bundel die je regelmatig een glimlach op het gelaat tovert. De illustratie op de kaft is geheel in stijl: het klassieke papieren bootje dat iedereen in zijn leven wel ooit heeft kunnen vouwen. Als je weer weet hoe het moet is het eenvoudig. Wel een kunst overigens om die ene haiku op de zijflank: ...
Met een veldboeket,
zo was het ooit begonnen –
in de kleuterklas.
... (over een langdurige liefde? en moeten we dat bootje dan opvatten als het huwelijksbootje?) precies op een leesbare plek te krijgen!
Mededeling
Vlaams-Nederlandse Haikudag 2022
Zondag 23 oktober 2022
Districthuis, Bist 1 te Wilrijk
10.00-16.30 uur
Zowel Vlaamse en Nederlandse haikudichters als andere geïnteresseerden zijn van harte welkom op deze eerste gecombineerde Vlaams-Nederlandse haikudag.
In de voormiddag is er een lezing door Willy Vande Walle, voorzitter van Haiku-centrum Vlaanderen en is er de bekendmaking van de Paul Merckenprijs voor tanbun.
Na de smakelijke lunch is er tijd om verder bij te praten en de boekenmarkt te bezoeken, waar je ook eventuele bestellingen van Aan het woord en Kantelkalenders kunt ophalen. Graag vermelden of je zelf ook boeken wilt aanbieden.
Er loopt een tentoonstelling met als titel Fuga van Hugo Claus, en in de namiddag zijn er workshops geïnspireerd op de vier jaargetijden. Je kunt daarvoor tot 12 oktober vier seizoensverzen insturen naar jeanmarie.hcv@gmail.com.
Inschrijven kan eveneens tot 12 oktober 2022. Inschrijving en deelname inclusief lunch zijn pas geldig na storting van € 25, – op de rekening: BE41 7510 0152 9610 t.n.v. H-cV, Waaienbergstraat 14, b-3090
Overijse.
Vonkjes
Nieuwe website: vuursteen.online
We leven tegenwoordig in het digitale tijdperk, waarin we zien dat veel kranten en tijdschriften naast een papieren uitgave ook digitaal beschikbaar zijn.
Er wordt momenteel hard gewerkt om, naast de papieren uitgave, de Vuursteen voor leden ook digitaal aan te kunnen bieden. U kunt al een kijkje nemen op het openbare gedeelte van www.vuursteen.online waar we – vergeleken met wat de papieren versie kan bieden – meer presentatiemogelijkheden hebben, met name ook (bewegend) beeld en geluid.
De redactie heeft de eerste resultaten kunnen bekijken en is enthousiast, we hopen dat u dat straks ook bent. Ook hopen we hiermee jongeren te bereiken, die niet de gewoonte hebben om een tijdschrift of boek te lezen.
Wordt vervolgd,
Henk van der Werff
Stichting Japan Fans
In 2020 werd in Utrecht de Stichting Japan Fans opgericht. De drijvende kracht achter deze stichting is Martine Mussies. Het doel is het organiseren van activiteiten om de Japanse cultuur te promoten in
Nederland.
Op www.japanfans.nl is te volgen waarvoor er zoal aandacht is bij de Japan Fans. Wie breder geïnteresseerd is in Japan kan op deze website het nodige van zijn gading vinden. Het aanbod omvat vele aspecten van de Japanse cultuur, van origami tot Japanse bordspellen, en van Japanse muziek tot activiteiten rond het kalligraferen van Japanse karakters.
Verder is er in Utrecht in het kader van deze stichting een wekelijkse Japanse studiegroep met aandacht voor de Japanse taal en cultuur.
De kracht van kanji Het blijkt dat er in Utrecht nogal wat oudere mensen wonen van Aziatische afkomst. Martine Mussies vatte het idee op om die te interviewen over hoe het hun in Nederland bevalt. Elke geïnterviewde werd daarbij verzocht om een karakter te kalligraferen met een speciale betekenis voor hem of haar. De Japanse karakters (‘kanji’ in het Japans), die overigens van Chinese oorsprong zijn, blijken een bindmiddel voor deze groep mensen, die elkaars gesproken talen vaak niet verstaan maar elkaar toch kunnen begrijpen via die karakters, waarvan ze allen de betekenis kennen. In het kader van de manifestatie ‘Utrecht 900’ worden in september 2022 de eerder genoemde interviews, met de gekalligrafeerde kanji in de openbaarheid gebracht onder de noemer ‘De kracht van kanji’.
De bevindingen uit de interviews gaan ook gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek naar de verschillen tussen mensen uit de diverse Aziatische herkomstlanden op het gebied van hun integratie in de Nederlandse samenleving.
Als u werk wilt inzenden
gedichten:
niet meer dan tien gedichten per keer
desgewenst wordt een reeks gedichten als een geheel beoordeeld
altijd auteursnaam en telefoonnummer vermelden;
Per e-mail:
Kaderloze, platte tekst, gedichten in één kolom naar Riet de Bakker
Per post:
Tekst bij voorkeur typen of printen; anders duidelijk schrijven; zenden aan:
Riet De Bakker
Schooldreef 78
B 2920 Kalmthout
Artikelen, renga’s, haibuns, boekbesprekingen etc. :
zenden aan de redactiesecretaris, *Functie vacant; e-mails kunnen nog steeds worden verzonden naar: secretarisvuursteen@haiku.nl
vragen, opmerkingen, commentaar:
aan de redacteur van uw keuze.
Tussen ontvangst van kopij en publicatie ervan verlopen meestal vijf tot zes maanden.
De uiterste inzenddata voor poëzie:
voor het lentenummer: 1 november,
voor het zomernummer: 1 februari,
voor het herfstnummer: 1 mei,
voor het winternummer: 1 augustus.
Voor artikelen telkens één maand later. Ingezonden teksten worden niet langer dan een jaar bewaard.
-
Auteur: Jean-Marie Werrebrouck
-
Titel: geen grote woorden, met foto's van de auteur
-
Uitgeverij Deysterre
-
ISBN: 978 9079 6662 63
De auteur schrijft in zijn inleiding dat niet de vorm maar de inhoud het belangrijkste is, dat je als haikudichter een alerte observator moet worden, een die ziet wat anderen in hun haast niet zien. Iemand die in eenvoudige taal alledaagse dingen op niet alledaagse wijze kan beschrijven.
Geen grote woorden bevat zesmaal tien pagina’s met elk drie lichtvoetige haiku’s, steeds gevolgd door één pagina met een haiku voorzien van een foto in een soort retro polaroidstijl. Geen haiga’s – waarbij beeld en tekst een ander soort verhouding hebben – maar de beelden zijn ook geen platte illustraties; elke foto heeft wel een aardig soort van ‘twist’ ten opzichte van de tekst.
